Waarom doe ik wat ik doe?
Er was eens een tijd dat ik vaak en veel in vergaderingen zat. Ze duurden altijd langer dan gepland, we kregen ook altijd minder voor elkaar dan we wilden en zelfs als we erin slaagden beslissingen te nemen, dan nog bleef ik met een dubbel gevoel zitten. Het staat op papier, ja, maar is iedereen wel echt akkoord? En hebben we wel echt de best mogelijke oplossing gevonden?
Er was een eerste keer dat ik in een gefaciliteerde bijeenkomst zat. Methodisch, procesmatig, inhoudelijk goed vormgegeven. Hoe langer de bijeenkomst duurde, hoe meer ik begon te zien. Dat ondanks de moeilijke onderwerpen, de sfeer niet bevroor. Dat ondanks de enorme meningsverschillen, oplossingen dichterbij kwamen. Dat dankzij de neutrale begeleiding, iedereen zich gehoord voelde. En dankzij de doordachte aanpak iedereen een stem kreeg, ongeacht achtergrond of communicatiestijl. En hoe de betrokkenheid van de deelnemers groeide bij elke stap die we samen namen…hoe de betrokkenheid groeide.
Het was een beetje vreemd en ik moest een beetje wennen maar het voelde als een ontdekking. Het was daar dat ik begon te zien dat vergaderingen, gesprekken, dialogen, zo veel meer konden betekenen.
Later kwam ik het volgende citaat tegen:
“We begin to see conversation as a kind of “aperture” through which social realities unfold. The physicist David Bohm used to say that the tree does not grow from the seed. It is ludicrous to say the tiny seed produces the immense oak tree. Rather, Bohm suggested, the seed is a kind of aperture through which the tree gradually emerges. In a sense, it organizes the processes of growth which eventually create the tree. Just so, our conversations organize the processes and structures which shape our collective futures. The nature of the aperture rests in the spirit that shapes the undertaking.”
Foreword by Peter Senge in Bill Isaacs’ Dialogue and the art of thinking together.
Dat de manier waarop we met elkaar praten en wat we tegen elkaar zeggen, de toekomst bepaalt. Ja.
Jaren later, voorjaar 2017, zat ik voor het eerst in een zaal met 500 mensen, 50 verschillende nationaliteiten (zie ook blog open forum). Een grote zaal met stoelen in een theateropstelling, vooraan in het midden een open ruimte, een halve cirkel, waar het gesprek plaatsvond over de grote onderwerpen: klimaatopwarming, vluchtelingen, discriminatie, racisme en uitsluiting. Gevoelige onderwerpen die onmiddellijk hevige reacties uitlokten. En zo waren de gesprekken ook: intense emoties, luid geroep, hevige gebaren.
Wat er zo bijzonder was? De gesprekken eindigden altijd met een ontlading. Mensen die zachter gingen praten, gebaren die kleiner werden en minder hoekig, boosheid die plaatsmaakte voor het verdriet en de angst die eronder zaten. Het eindigde elke keer weer met een gevoel van net iets meer begrip, een gevoel van verbinding, dat we een beetje dichter bij elkaar gekomen waren dankzij dit gesprek, ondanks de grote verschillen.
Ik vond het zo bijzonder omdat ik het zelf nog nooit had meegemaakt. Deze grote onderwerpen waren voor mij eerder onderwerpen om te vermijden, helemaal in een diverse groep van mensen. Je weet zeker dat het er direct tegen zit, dat iemand iets gaat zeggen dat een ander de kast opjaagt en dat het spel dan op de wagen zit. Ook veel (ingehouden maar toch) geroep, intense boosheid en frustratie, een avond die eindigt met nog meer stelligheid dan ze begon, iedereen nog meer overtuigd van het eigen gelijk en nu zeker wetend dat er met de ander niet te praten valt.
Het kan dus anders, ontdekte ik in Griekenland. Dankzij de zorgvuldige en aandachtige –destijds voor mij, magische – begeleiding van de facilitatoren. Ik ontdekte dat deze facilitatoren werkzaam zijn in conflictgebieden zoals Rwanda en Kroatië, waar ze helpen om gemeenschappen terug op te bouwen na de genocide. Ik las de artikels die ze schrijven, ik hoorde de verhalen waarin deze gemeenschappen vertellen ‘Waarom hadden we deze gesprekken niet vóór de oorlog? Het had waarschijnlijk allemaal vermeden kunnen worden…’.
Conflict ontstaat lang voordat het uitmondt in oorlog. Conflict vindt zijn oorsprong in die kleine momenten dat iemand niet gehoord wordt, momenten dat iemand er om welke reden dan ook niet bij kan horen. Dat gebeurt overal, ook hier. In onze families, in de gemeenschappen waarin wij leven, de organisaties waar we werken en spelen, in onze steden, in de media en de politiek. En ook hier is dat niet makkelijk om aan te pakken, ook hier is het moeilijk om de verschillen, het verdriet en de angst onder ogen te zien.
Pijn en verdriet dat niet wordt opgemerkt kan uitgroeien tot geweld. Lang voordat het zover is krijgen wij talrijke kansen om deze dynamiek van richting te veranderen. Gefaciliteerde gesprekken kunnen daarbij helpen, van aan de keukentafel, in de vergaderzaal, op straat tot in de politieke arena.
In het groot en in het klein, zo wil ik bijdragen.
“Don’t avoid thinking about meaning, just because it scares you. Changes in the universe are very hard to make, but they are even harder to make if you don’t spend time thinking about what most matters to you. Changes in the universe need time, need space and risk. So think about what matters to you, what makes you come alive and what’s actually happening in the world. And then, think critically and deeply about how you wanna dive in. Otherwise you might be cheating the future on all you have to give.”
Priya Parker